Voorbeeld meerkeuzevragen over Middeleeuwen

A: De vele kastelen bewijzen dat de Middeleeuwen een veilige tijd waren om in te leven.
B: Islamieten en Noormannen bouwden kastelen om vijandige edelen van zich af te houden.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: In de eerste kastelen woonden de edelen nog in de donjon.
B: Er waren meestal meer soldaten nodig om een kasteel aan te vallen dan
te verdedigen.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: Grote ramen maakten de verdediging van een kasteel makkelijker
omdat de soldaten de vijand dan al van verre aan zagen komen.
B: Toen de aanvallen van de Noormannen ophielden werden geen kastelen
meer gebouwd.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: De Friezen waren makkelijk te bekeren.
B: De monniken Bonifatius en Willibrord preekten in de 10e eeuw.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist


A: Als een oude tempel werd omgedoopt tot kerk, werden de godenbeelden van de Germanen vernietigd.
B: Voor andersdenkenden zoals de Katharen was er in de Rooms-katholieke Kerk geen plaats.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

De naam Middeleeuwen wordt voor het eerst gebruikt rond:
a)    1400
b)    1500
c)    1600
d)    1700

De Middeleeuwen duren van:
a)    500 na Chr. tot 1500 na Chr.
b)    500 voor Chr. Tot 1500 na Chr.
c)    600 na Chr. tot 1500 na Chr.
d)    500 na Chr. tot 1400 na Chr.

Een kenmerk van de Middeleeuwen is:
a)    de grote macht van de keizer
b)    de grote macht van de kerk
c)    het bestaan van veel staten in Europa
d)    de bloeiende cultuur

Welke bewering is niet waar?
De Paus is:
a)    altijd leider over de Kerk geweest
b)    de bisschop van Rome
c)    de opvolger van de apostel Petrus
d)    leider van de Rooms-Katholieke Kerk

Het Oostromeinse of Byzantijnse Rijk ging ten onder in:
a)    1579
b)    1476
c)    1453
d)    1492

Een verschil tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-orthodoxe kerk is:
a)    in het Oosten was Latijn de kerktaal, in het Westen Grieks
b)    de Oosters-orthodoxe kerk was veel belangrijker voor de middeleeuwse Westeuropese cultuur dan de Rooms-Katholiekse Kerk
c)    in het Westen was Latijn de kerktaal, in het Oosten Grieks
d)    de Oosters-orthodoxe kerk kreeg veel meer steun van de Frankische koningen dan de Rooms-Katholieke Kerk

De voornaamste Frankische koning was:
a)    Clovis
b)    Gregorius de Grote
c)    Karel de Grote
d)    Otto de Grote

De belangrijkste stad in het rijk van Karel de Grote was:
a)    Nijmegen
b)    Reims
c)    Aken
d)    Parijs

De Franken hadden zich voornamelijk gevestigd in:
a)    Duitsland
b)    België en Noord-Frankrijk
c)    Noord-Italië
d)    Frankrijk

Welke waren rond 800 de drie machtige rijken?
a)    Chinese, Byzantijnse, Arabische rijk
b)    Chinese, Frankische, Byzantijnse rijk
c)    Arabische, Chinese, Frankische rijk
d)    Byzantijnse, Frankische, Arabische rijk

Na de dood van Karel de Grote werd het Frankische Rijk bedreigd door:
a)    Hongaren, Noormannen en Turken
b)    Arabieren, Hongaren en Noormannen
c)    Vikingen, Turken en Hongaren
d)    Arabieren, Turken en Noormannen

Tot de nadelen van het leenstelsel behoort niet:
a)    dat de grote leenmannen steeds machtiger werden
b)    dat de koning niet allen land maar ook macht uitleende
c)    dat er een eed van trouw afgelegd moest worden
d)    dat de politieke macht verbrokkelde

Celibaat is:
a)    de verplichting om ongetrouwd te blijven
b)    de verplichting om de tien geboden na te leven
c)    een kerkelijk ambt
d)    de wereldlijke macht van een bisschop in de Middeleeuwen

Welke combinatie is de beste?
Bonifatius en:
a)    dondergod
b)    Willibrord
c)    oppergod
d)    kruistocht

Welke combinatie is de beste?
Mona en:
a)    toetje
b)    maangodin
c)    oppergodin
d)    maandag

Welke combinatie is de beste?
Donar en:
a)    Wodan
b)    Freya
c)    dondergod
d)    oppergod


Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    domeinen
b)    steppenvolk
c)    Hunnen
d)    Attila

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    geld
b)    hand- en spandiensten
c)    jachtrecht
d)    molenrecht

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    harnas
b)    maliënkolder
c)    stadsrechten
d)    vazal

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    Bonifatius
b)    Friezen
c)    Kruistochten
d)    Willibrord

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    kloosterorde
b)    monnik
c)    pilaarheilige
d)    rakkers

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    Dorestad
b)    Groenland
c)    drieslagstelsel
d)    Vikingen

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    Arabieren
b)    Islam
c)    Marco Polo
d)    Spanje

Wat hoort niet in dit rijtje thuis?
a)    brandende pek
b)    kasteel
c)    nar
d)    pelgrim

Waarom verdreven de Hunnen de Germaanse stammen uit Oost-Europa?
a)    de Hunnen waren een vechtlustig volk
b)    de Hunnen kampten met overbevolking
c)    de Hunnen wilden het Romeinse Rijk veroveren
d)    de Hunnen werden op hun beurt opgejaagd door de Mongolen

Door de onveiligheid verminderde de handel en verdween:
a)    het gebruik van wagens
b)    het gebruik van geld
c)    de ruilhandel
d)    de hebzucht van de mensen

Van een heer van een domein kun je niet zeggen:
a)    dat hij het jachtrecht had
b)    dat hij het molenrecht had
c)    dat hij rechter op zijn domein was
d)    dat hij de horigen van zijn land kon verjagen

Hoe valt het te verklaren dat de Romeinen de binnendringende Germaanse volken niet konden tegenhouden?
a)    de Germaanse stammen waren erg groot
b)    de Germaanse stammen waren erg oorlogszuchtig
c)    de Romeinen hadden zelf grote problemen
d)    de Franken, Vandalen en Gothen waren in dolle paniek geraakt

Wanneer beginnen de Middeleeuwen?
a)    in de 4e eeuw
b)    in de 5e eeuw
c)    in de 6e eeuw
d)    in de 6e eeuw

Wanneer is de term "Middeleeuwen" bedacht:
a)    in de Romeinse tijd
b)    in de Middeleeuwen
c)    na de Middeleeuwen
d)    in de moderne tijd

Een horige was:
a)    een slaaf die eigendom was van een klooster of een landheer
b)    een vrije boer die hand- en spandiensten verrichtte voor een klooster of een landheer
c)    een onvrije boer in dienst van een klooster of een landheer
d)    een onvrije die zoveel belasting moest betalen dat hij naar de stad trok

Wat is niet kenmerkend voor het leenstelsel?
a)    het ontbreken van geld als ruilmiddel
b)    de ontwikkeling van het harnas
c)    de relatie tussen vorst en getrouwen
d)    de eed van trouw van de vazallen


Het harnas had ook nadelen. Welk nadeel is fout:
a)    het harnas was erg zwaar
b)    het harnas was 's zomers erg warm
c)    het harnas was niet bestand tegen vuurwapens
d)    het harnas was niet bestand tegen kruisboogpijlen

Hoe is het te verklaren dat een vazal soms zo machtig kon worden dat hij zijn vorst kon uitdagen?
a)    vazallen waren zeer zwaar bewapend met hun harnas en hun maliënkolder
b)    de afstand tussen het hof en het domein van de vazal was te groot geworden
c)    de vazallen kregen de beschikking over vuurwapens zoals kanonnen
d)    door het leenstelsel was de politieke macht verbrokkeld geraakt

De rol van de getrouwde vrouw in de M.E. kun je het best beschrijven als:
a)    zij was de baas in huis en voerde het huishouden
b)    zij was het stralende middelpunt van de toernooien van de ridders
c)    zij was ondergeschikt aan de man die zij moest gehoorzamen
d)    zij was de gelijke van haar man in alle opzichten

Waarom bouwden de monniken vaak kerkjes op de plek waar vroeger een heidens heiligdom had gestaan?
a)    omdat de meeste monniken zelf nog een beetje heidens waren
b)    omdat de monniken dan geloofden dat de heidenen dan eerder naar de kerk zouden komen
c)    omdat daar vaak de beste plekken waren
d)    omdat die plekken het makkelijkst te bereiken waren

Het maken van boeken was "monnikenwerk" omdat:
a)    de monniken dat altijd deden
b)    kloosters veel boeken hadden
c)    monniken geduldig waren
d)    alleen geestelijken konden lezen en schrijven

Wat kun je aan middeleeuwse kloosters zien?
a)    dat de Middeleeuwen nogal onveilig waren
b)    dat ora et labora de lijfspreuk van alle monniken was
c)    dat alle monniken eenzaamheid wensten
d)    dat de monniken volgens de kloosterregels leefden

Wat bedoelde Christus met de woorden: "Als u volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop al uw bezit en geef het aan de armen... Kom dan terug en volg mij."
a)    alle mensen moeten hun bezittingen verkopen en in armoede leven
b)    heb uw naaste lief gelijk uzelf
c)    alle mensen kunnen volmaakt zijn
d)    wie Christus wil volgen moet bereid zijn alle aardse bezittingen op te geven

TEKST
"Laat niemand het wagen iets als eigendom te bezitten... want hier mag zelfs niemand beschikken over zijn eigen lichaam en wil.
U moet altijd zwijgzaam zijn en het hoofd gebogen houden, met de schuld van zonden in gedachten.
U moet veel geduld hebben voor elkaars zwakheden, hetzij de lichamelijke hetzij die van karakter."

Dit is een:
a)    uitspraak van een abt
b)    kloosterorde
c)    uitspraak van een heilige
d)    kloosterregel

Middeleeuwse stedelingen stonden aan veel gevaren bloot. Welk zal daar niet bij gehoord hebben?
a)    verkeersongelukken
b)    epidemieën
c)    voedselbederf
d)    brandgevaar

Besmettelijke ziekten kwamen in de Middeleeuwen vaak voor en hebben duizenden mensenlevens gekost. Waarom kwamen die epidemieën zo veelvuldig voor?
a)    er waren veel ratten
b)    het was de straf van God voor de zondigheid van de middeleeuwse mensen
c)    er was onvoldoende aandacht voor en kennis van hygiëne en voedselbereiding
d)    het was de schuld van Joden en heksen

Een gilde was:
a)    een soort vakbond van ambachtslieden
b)    een geheim genootschap
c)    een kerkgenootschap van gildenmeesters
d)    een vereniging van arbeiders

De goede volgorde in de opleiding van een middeleeuws vakman is:
a)    meester-leerling-gezel
b)    gezel-leerling-meester
c)    leerling-gezel-meester
d)    gezel-meester-leerling

Door de regels die de gilden stelden ontstond er bescherming:
a)    door de overheid
b)    voor de consumenten
c)    voor de consumenten en producenten
d)    voor de producenten

Gilden zijn een typisch verschijnsel van:
a)    de middeleeuwse steden
b)    de kloosters
c)    de domeinen
d)    de Kerk

Nog steeds gebruiken wij het woord beunhaas. In de Middeleeuwen was een beunhaas:
a)    een middeleeuwse stadsbestuurder
b)    een lid van een middeleeuws ambachtsgilde
c)    een middeleeuwse rechter
d)    een ambachtsman die buiten het gilde om werkte

Waarom mochten veel gezellen geen examen doen om meester te worden?
a)    omdat zij slechte prestaties leverden
b)    omdat er al genoeg meesters waren
c)    omdat de gilden veel gezellen nodig hadden
d)    omdat de examinatoren, net zoals nu, onvoldoende betaald kregen

Het woord "meesterwerk" gebruiken we tegenwoordig voor iets heel knaps. Wat betekende het in de Middeleeuwen?
a)    het examenwerk van een meester
b)    het examenstuk van een gezel
c)    het examenstuk van een beunhaas
d)    het examenstuk van een leerling

TEKST
Er zijn zeven grote Kruistochten geweest nadat de Paus in 1095 de eerste "Heilige Oorlog" aankondigde. De voornaamste aanvoerders waren de Duitse keizer Frederik Barbarossa, de Franse koning Philips Augustus en de Engelse koning Richard Leeuwenhart. Ook vele horigen deden mee omdat hen daarna de vrijheid beloofd was. Alle deelnemers kregen een rood kruis op hun kleding en trokken op naar Jeruzalem.

Uit dit stukje tekst blijkt dat:
a)    alleen ridders aan Kruistochten deelnamen omdat zij paarden en wapens bezaten
b)    alleen godsdienstige motieven een rol speelden als de middeleeuwer besloot om aan een Kruistocht mee te doen
c)    er alleen mensen van het Europese vasteland meededen aan de Kruistochten
d)    geen van de drie bovenstaande zaken

Een stukje uit de bijbel: 'God let niet op het aanzien van personen. Denkt u dat God het goed vindt dat u een slaaf slecht behandelt, omdat het maar om een slaaf gaat? De wetten van de mensen maken wel verschil tussen verschillende groepen mensen. Maar de wet van de heer kent geen onderscheid. Zijn geschenken zijn voor allen, hij geeft iedereen hetzelfde.'
    Voor God zijn alle mensen gelijk, zegt de bijbel. Daarmee wordt bedoeld dat:
a)    God vindt dat iedereen even rijk moet zijn
b)    God alle slaven vrij wil hebben
c)    iedereen evenveel kans heeft om in de hemel te komen
d)    iedereen in de ogen van God goed is
Een tekst over het hiernamaals volgens moslims: 'En God zal hen voor hun geduld belonen met een mooie tuin. Daarin zullen zij liggen op prachtig versierde rustbedden tegenover elkaar. Tussen hen gaan eeuwig levende jongens rond met kommen en bekers gevuld met een heerlijke drank waarvan je niet dronken wordt. Ook zal er fruit zijn, vlees en gevogelte. Er zullen mooie vrouwen zijn, met ogen als mooi ingelegde parels. Dit zal het loon zijn voor hun daden. Er zullen daar geen nietszeggende praatjes zijn of zondige gesprekken.'
Welke plaats wordt hier beschreven?
a)    Mekka
b)    Jeruzalem
c)    het Paradijs
d)    het Hiernamaals

Bedenk uit welk boek deze beschrijving afkomstig is.
a)    de Bijbel
b)    het Oude Testament
c)    het Nieuwe Testament
d)    de Koran

Met Libia werd bedoeld het werelddeel:
a)    Amerika
b)    Australië
c)    Afrika
d)    Antarctica

Het meest bekende werelddeel lag bij:
a)    1
b)    2
c)    3
d)    4

Op bovenstaande kaart zijn de Middellandse Zee, de wereldzee, de Nijl en de rivier de Don in Rusland aangegeven. Vul het juiste cijfer in:

De Middellandse Zee ligt bij:
a)    5
b)    6
c)    7
d)    8

Terug