Voorbeeld meerkeuzevragen over -ismen

In welk land kregen de communisten in de 20e eeuw de macht niet in handen?
a)    Rusland
b)    China
c)    Cuba
d)    Frankrijk

Door welke bevolkingsgroep moest - volgens Marx- na de revolutie het communisme ingevoerd worden?
a)    rijke burgers
b)    boeren
c)    ondernemers
d)    arbeiders

Wat hoort niet bij het marxisme?
a)    steeds meer arbeiders zullen steeds armer worden
b)    steeds minder kapitalisten zullen steeds rijker worden
c)    arbeiders werken in opdracht van een afwezige kapitalist
d)    arbeiders zullen de productiemiddelen van de kapitalisten overnemen

Veel Italianen in de 19e eeuw, die verspreid verschillende staten zoals de Kerkelijke Staat en het Koninkrijk Sardinië leefden wilden één staat vormen. Dit streven noemen we:
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    socialisme
d)    conservatisme

Welk -isme hoort bij de onderstaande tekst?
"De vlag is besmeurd met het bloed van het volk. In 1791 en 1793 is de tricolor(=driekleur=Franse vlag), met de naam, de glorie en de vrijheid van de vrijheid van het vaderland".
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

Welk -isme hoort bij de onderstaande tekst?
"Elke Duitser heeft het recht door woord of geschrift, in druk of in beeld zijn mening vrij te uiten."
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

Welk -isme hoort bij de onderstaande tekst?
"Een vrij gekozen volksvertegenwoordiging met wetgevende macht."
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

Welk -isme hoort bij de onderstaande tekst?
"Er is voldoende veranderd sinds de koning zijn macht is gaan delen met de adel en de rijke burgers."
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

"Het volk in de 19e eeuw heeft het recht om zijn eigen parlement te kiezen."
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

A: Liberalen vonden dat de omvang van de wereldhandel kon worden
uitgebreid.
B: Liberalen dachten dat hoge invoerrechten goed waren voor de eigen handel
en industrie.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: Mercantilisten dachten dat de omvang van de wereldhandel een vast gegeven was.
B: Mercantilisten vonden dat de eigen handel moest worden beschermd.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

Met protectionisme bedoelen we:
a)    vrijhandel
b)    uitbreiding van eigen handel
c)    bescherming van de productie
d)    industriebevordering

Adam Smith hoort bij:
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

David Ricardo hoort bij:
a)    liberalisme
b)    nationalisme
c)    conservatisme
d)    socialisme

Het boek "An Inquiery into the nature and causes of the wealth of nations" was van een:
a)    voorstander van protectie
b)    voorstander van vrijhandel
c)    aanhanger van het mercantilisme
d)    aanhanger van het socialisme

Wat hoort in het onderstaande rijtje niet thuis?
a)    uitbreiding van de handel
b)    Adam Smith
c)    aanhanger van de vrijheidsgedachte
d)    mercantilisme

Bij het begrip "nachtwakerstaat" past het beste:
a)    bevordering van de productie
b)    handhaving van de orde
c)    bevordering van de winst
d)    een zo goedkoop mogelijke productie

Bij het begrip "laisser faire, laisser passer" past het beste:
a)    concurrentie
b)    protectionisme
c)    socialisme
d)    sociale wetten

Terug