Voorbeeld meerkeuzevragen over Renaissance en Humanisme


A
"De kruisdraging" van Simone Martini
Louvre, Parijs afb. uit History of art, H.W. Janson, New York 1962


B
"Madonna in de grot" van Leonardo da Vinci
National Gallery, Londen afb. uit: The history of Art, Bernard S. Myers, New York 1965    

a) A is middeleeuws omdat het gaat om een voorstelling uit de Bijbel
b) B is middeleeuws omdat het gaat om een voorstelling uit de Bijbel
c) Vanwege het gebruikte perspectief is B uit de Renaissance
d) Vanwege het gebruikte perspectief is A uit de Renaissance

A: De 12e en 13e eeuw waren de bloeitijd van de Middeleeuwse kunst.
B: De Renaissancekunst begint in de 14e en 15e eeuw aan haar opmars.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: Tijdens de Renaissance blijft de godsdienst belangrijk.
B: In de 17e eeuw waren er evenveel katholieke als hervormde schilderijen.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: Tegenwoordig worden er in Nederland geen godsdienstige schilderijen meer gemaakt.
B: Vanaf de 10e/11e eeuw wordt religieuze kunst in Europa minder belangrijk.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

Hieronder zie je wat een aantal Italiaanse kunstenaars zoal verdiende. Van welke beweringen kun je zeggen dat ze volgens deze tabel kloppen?

A: Kunstenaars verdienden in de Renaissance meer dan andere
beroepsbeoefenaars.
B: Kunstenaars gaan tussen de 14e en 16e eeuw steeds meer verdienen.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: Michelangelo verdiende per jaar meer dan Leonardo de Vinci.
B: In de 16e eeuw krijgt een kunstenaar meer waardering dan daarvoor.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

A: In de 15e eeuw maakten kunstenaars alleen fresco's, 1n de 16e eeuw ook
schilderijen.
B: Van alle vermelde kunstenaars had Botticelli het laagste jaarsalaris.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist

MACHIAVELLI

Machiavelli stond in dienst van de familie Medici, die de baas was in Florence. Hij was secretaris van verschillende regeringsraden en werd ook verschillende malen uitgezonden op diplomatieke missies, o.a. naar de Paus, het Franse hof en naar talrijke Italiaanse vorsten. Persoonlijk was hij voorstander van een constitutionele republiek, maar in de omstandigheden waarin het politiek verbrokkelde Italië zich toen bevond, oordeelde Machiavelli voor dit land een krachtige heerser onvermijdelijk. Hij vond dat een heerser bij het uitoefenen van zijn macht alle middelen mocht aanwenden, die zijn gezag zouden kunnen vestigen en versterken.
In 1513 verscheen van zijn hand het beroemd en berucht gebleven boek: Il Principe, De Vorst. Men heeft dit werk wel eens een handboek voor monarchen genoemd. Aan dit boek zijn de volgende citaten ontleend:
"Iedereen weet hoezeer een vorst die zijn woord houdt en rechtschapen handelt geprezen moet worden. Evenwel leert onze tijd, dat vorsten die weinig hechtten aan goede trouw en die mensen met list in hun macht kregen, grote daden hebben verricht. Deze heersers streefden dan ook hen die zich aan het gegeven woord hielden, verre voorbij."
"Een verstandig vorst mag zijn woord niet houden als dit voor hem nadelig zou worden. Indien alle mensen goed waren, zou deze raad niet veel waard zijn. Omdat mensen echter nietswaadig zijn en hun woord tegen de vorst niet zullen houden, hoeft deze zijn woord ook niet tegenover hen te houden."
"Het is veel beter medelijdend, trouw, menselijk, eerlijk en godsdienstig te schijnen dan om het ook werkelijk te zijn. De vorst moet een geest hebben die zich wenden kan naar de winden van het fortuin en de wisselvalligheid der dingen. Hij moet het goede doen, wanneer dit hem mogelijk is, maar, indien de noodzaak hem daartoe dwingt, niet."

Een "secretaris" is een:
a)    lid van een vereniging
b)    lid van een bestuur dat zich vooral bezig houdt met correspondentie
c)    soort ambtenaar
d)    hoofd van een gemeente

Een "diplomatieke missie" is:
a)    wanneer iemand zijn land vertegenwoordigt in een ander land
b)    een bepaalde taak die je opgedragen krijgt
c)    de beloning na het behalen van een examen
d)    het verzenden van diploma's

Een republiek is een staat:
a)    zonder koning
b)    met een koning
c)    met een democratie
d)    met een alleenheerser aan het hoofd

"Constitutie" betekent in deze tekst:
a)    algemene toestand
b)    een wet
c)    een soort staat
d)    een grondwet

Machiavelli is tot het schrijven van "Il Principe" (=de Vorst) gekomen doordat:
a)    hij in dienst stond van de Medici's in Florence
b)    hij vaak in het buitenland verbleef
c)    hij bewondering had voor een krachtig en doortastend vorst
d)    hij vond dat Italië één staat moest worden onder een sterke leider

Machiavelli's werk is beroemd én berucht geworden omdat hij:
a)    voor de familie de Medici in Florence werkte en die familie was berucht
b)    in de Italiaanse Renaissance een belangrijk figuur is geweest
c)    slechte adviezen geeft in zijn "handboek voor monarchen"
d)    aan heersers de raad geeft zich niets aan te trekken van goed of kwaad als zij succes willen hebben

Machiavelli geeft de vorst het advies in het eerste citaat omdat:
a)    rechtvaardige vorsten geprezen moeten worden
b)    het beter voor de vorst is om de mensen met list in zijn macht te krijgen
c)    de vorst dan meer succes zal hebben en beter zij doel zal bereiken
d)    vorsten die hun woord houden altijd voorbijgestreefd worden door hen die dat niet doen

Het advies dat Machiavelli de vorst in het eerste citaat geeft luidt:
a)    breek nooit je woord
b)    als het niet anders kan moet je alles doen om de macht te behouden
c)    wees rechtschapen maar bedrieg af en toe
d)    bedrieg, breek je woord en wees onrechtvaardig want dan heb je succes

Machiavelli heeft niet veel vertrouwen in zijn medemens. Dit blijkt het beste uit:
a)    citaat 1
b)    citaat 2
c)    citaat 3
d)    dit blijkt nergens uit

Machiavelli's politieke wens voor Italië was:
a)    een republiek
b)    krachtige vorsten in de Italiaanse staten
c)    é Italië onder een krachtige heerser
d)    zijn politieke wens voor Italië blijkt niet uit deze tekst

LEONARDO da VINCI
Leonardo da Vinci werd in 1452 geboren in het Italiaanse stadje Vinci en stierf in het Franse Amboise. Hij was een van de meest veelzijdige figuren uit de Italiaanse Renaissance en er word wel eens gezegd dat hij en Einstein de grootste genieën waren die de mensheid ooit heeft voortgebracht. Hij was architect, beeldhouwer, astronoom, anatoom,musicus en schrijver van natuurkundige en wiskundige verhandelingen.
Hij vond het beweegbare toneel uit en de parachute, maar het langst heeft hij zich beziggehouden met het probleem of de mens in staat zou zijn om te vliegen.
"Wanneer de arend zichzelf kan dragen, waarom kan ook de mens zichzelf niet door middel van krachtige vleugels tot heer der winden maken en zichzelf verheffen als de overwinnaar van de ruimte?", heeft hij eens geschreven.
Leonardo ontwierp een machine die op een reusachtige vleermuis leek, maar het lukte hem niet een mens hiermee te laten vliegen! Een vriend van hem kwam bij een poging daartoe op een mesthoop terecht. De vele spotters kregen gelijk!
Meer succes had da Vinci als schilder. Tot zijn beroemdste werken behoort "Het Laatste Avondmaal" in het Dominicanerklooster in Milaan. En nog jaarlijks bewonderen de duizenden bezoekers van het Parijse Louvre zijn "Mona Lisa", waaraan hij drie jaar werkte. Mona Lisa met haar ondoorgrondelijke glimlach is een van de meest beroemde afbeeldingen van het menselijke gezicht die ooit gemaakt zijn.
Een "architect" is een:
a)    sterrenkundige
b)    soort arts, een ontleedkundige
c)    beeldhouwer
d)    bouwmeester

Een "astronoom" is een:
a)    sterrenkundige
b)    soort arts, een ontleedkundige
c)    beeldhouwer
d)    bouwmeester

Een "anatoom" is een:
a)    sterrenkundige
b)    soort arts, een ontleedkundige
c)    beeldhouwer
d)    bouwmeester

Het "Louvre" is een:
a)    paleis in Parijs
b)    kerk in Parijs
c)    klooster in Parijs
d)    museum in Parijs

Leonardo wordt een duizendkunstenaar genoemd omdat hij:
a)    wel duizend kunstjes kende
b)    alles kon
c)    enorm veel verschillende talenten bezat
d)    meer dan duizend kunstwerken gemaakt heeft

Leonardo was zijn tijd vooruit. Dat bleek uit het feit dat hij:
a)    de parachute uitvond voordat de mens zelfs maar kon vliegen
b)    een soort vliegtuig ontwierp
c)    toen al wiskundige en natuurkundige verhandelingen schreef
d)    een van de meest beroemde afbeeldingen van het menselijk gezicht heeft geschilderd

Het meeste succes had Leonardo als:
a)    beeldhouwer
b)    architect
c)    uitvinder
d)    schilder

Als uitvinder werd Leonardo door zijn tijdgenoten bespot en belachelijk gemaakt omdat:
a)    de meeste mensen zijn genie niet begrepen omdat hij zijn tijd ver vooruit was
b)    hij een reusachtige vleermuismachine had gemaakt die het niet deed
c)    zijn vriend in een poging om te vliegen in een mesthoop terecht was gekomen
d)    hij zich volgens spotters bezig hield met allerlei rare zaken

Een bewonderaar schreef dat Erasmus:
1)    een verdraagzaam soort christendom predikte
2)    misstanden in kerk en staat bespotte
3)    een groot geleerde was die veel van de Oudheid afwist
4)    een globetrotter was
Dat Erasmus veel reisde staat in zin:
a)    1)
b)    2)
c)    3)
d)    4)

Dat Erasmus een Humanist was staat in zin:
a)    1
b)    2)
c)    3)
d)    4)

Dat Erasmus kritiek op de RK kerk had staat in zin:
a)    1)
b)    2)
c)    3)
d)    4)

Dat Erasmus tolerant was staat in zin:
a)    1)
b)    2)
c)    3)
d)    4)

Terug