Voorbeeld meerkeuzevragen over Verlichting, Franse Revolutie en Napoleon
Wat is onjuist: De verlichte denkers hadden kritiek op:
a) godsdienstige verdraagzaamheid
b) mercantilisme
c) heksenvervolgingen
d) het gebruik van de pijnbank in processen
Frederik II was niet:
a) een alleenheerser
b) koning van Pruisen
c) een aanhanger van de gedachte dat de koning plaatsvervanger van God op aarde is
d) een aanhanger van de gedachte dat de koning zich diende te beschouwen als de eerste dienaar van het volk
Verlichte denkers in de 18e eeuw waren niet:
a) vóór het beëindigen van godsdiensttwisten door alle mensen te dwingen dezelfde godsdienst te hebben
b) vóór de invoering van de guillotine of valbijl, maar tegen de pijnbank
c) tegen het feit dat diverse Europese landen invoerbeperkingen oplegden
d) vóór de snelle afschaffing van slavernij en slavenhandel
TEKST
Dat in het bijzonder in Frankrijk het aanzien van de verlichte schrijvers bijzonder groot was, kan misschien het beste geïllustreerd worden aan de lotgevallen van het stoffelijk overschot van Voltaire, die in 1778 overleden was. Tijdens de Franse Revolutie werd in 1791 de lijkkist van Voltaire opgehaald uit het kleine dorpje waar hij lag begraven. In Parijs werd hij opnieuw en nu met enorm vertoon begraven. De beroemdste schilder uit die tijd, David, ontwierp voor hem een speciale lijkkoets, waarop de inscriptie te lezen stond: "Hij leerde ons vrij te zijn". Honderdduizenden Parijzenaars stonden snikkend of juichend langs de kant of volgden de koets. Onderweg werd de lijkkist gekust door de dochters van Calas.
Voltaire is vooral bekend geworden als:
a) bestrijder van het katholieke geloof
b) voorvechter van de onverdraagzaamheid
c) bestrijder van de Franse geestelijkheid
d) voorvechter van het protestantisme
De verlichte schrijvers probeerden met hun geschriften:
a) het ontwikkelde publiek voor hun mening te winnen
b) de openbare mening rustig te houden
c) de koning te vriend te houden
d) de Kerk te steunen
De dochters van Calas kusten de lijkkist van Voltaire omdat deze:
a) hun vader uit handen van de beul gered had
b) hun vader eerherstel bezorgd had, nadat hij ten onrechte veroordeeld was
c) hun broer tot het katholieke geloof bekeerd had
d) hun broer uit handen van de geestelijkheid had gered
De opvatting van veel verlichte schrijvers wordt ook wel aangeduid met de term "deïsme". Deze term houdt in dat:
a) alle godsdiensten gelijkwaardig aan elkaar zijn
b) godsdienst een verstandelijke zaak is
c) God wel bestaat, maar zich niet meer met zijn schepping bemoeit
d) God niet bestaat
De "vooruitgang" waar veel verlichte schrijvers in geloofden kwam volgens hen tot stand door:
a) de goedheid van de mens
b) het gevoel belangrijker te laten worden dan het verstand
c) het verstand alle problemen te laten oplossen
d) vooroordelen en bijgeloof te versterken
TEKST
In Frankrijk speelde bij de verspreiding van de verlichte denkbeelden ook de zogenaamde salons een grote rol. Toen de nieuwe denkbeelden onder de bovenlaag van de bevolking een groeiende aandacht kregen, stelden enkele vrouwen uit deze kringen hun huizen open voor de Verlichters. Zij ontvingen schrijvers als Rousseau en Diderot en nodigden daarbij mensen uit die belangrijke functies vervulden in stad en land.
De bovenlaag van de bevolking waarvan in bovenstaande tekst sprake is werd gevormd door:
a) de geestelijkheid
b) de adel
c) de burgerij
d) de kooplieden
Iemand, die in zo'n salon niet welkom was geweest was:
a) d'Alembert
b) Lodewijk XVI
c) Rousseau
d) Diderot
De meeste aanhangers van de verlichtingsdenkbeelden waren te vinden onder de:
a) burgerij
b) adel
c) geestelijkheid
d) grondbezitters
Rousseau is vooral bekend geworden door zijn boeken over de:
a) humanisering of vermenselijking van de rechtspraak
b) verdraagzaamheid tussen de godsdiensten
c) opvoeding van kinderen
d) bescherming van de vrije natuur
De Encyclopedie was:
a) samengesteld onder leiding van Rousseau en Diderot
b) een boekwerk dat alleen uit tekst bestond
c) verboden omdat er negatieve dingen over de godsdienst in stonden
d) een boekwerk waarin de denkbeelden van de Verlichting werden aangevallen
De Verlichting was van:
a) 1700 tot 1750
b) 1750 tot 1800
c) 1800 tot 1850
d) 1850 tot 1900
Onder rationalisme verstaan we een opvatting, die ervan uitgaat dat het verstand:
a) alleen gebruikt moet worden om vooroordelen te bestrijden
b) minder belangrijk is dan het gevoel
c) even belangrijk is als het gevoel
d) de belangrijkste menselijke eigenschap is
Op 5 mei 1789 kwamen de Staten Generaal in Versailles bijeen. Dit betekende dat:
a) de koning hiermee de Derde stand als de belangrijkste erkende
b) de koning toen was afgezet
c) de burgers toen een belangrijke overwinning behaald hadden
d) toen de discussie begon over de vraag of er per stand of per hoofd gestemd moest worden
De vertegenwoordigers van de Derde stand gingen apart vergaderen en noemden zich de Nationale Conventie. Dit gebeurde:
a) na een bloedige revolutie
b) op initiatief van de Derde stand
c) met goedvinden van de koning
d) op bevel van de koning
Tijdens het Ancien Regime werd grote macht uitgeoefend door:
a) boeren
b) burgers
c) adel
d) ambtenaren van de koning
Lodewijk XVI riep in 1789 voor het eerst sinds jaren weer de Staten Generaal bijeen. Deze bestonden uit:
a) 300 burgers, 300 edelen en 300 geestelijken
b) 600 edelen, 300 geestelijken en 300 burgers
c) 300 burgers, 300 edelen en 600 geestelijken
d) 300 geestelijken, 300 edelen en 600 burgers
De Franse Revolutie begon met de:
a) Eed van de Kaatsbaan
b) bestorming van de Bastille
c) onthoofding van Lodewijk XVI
d) eerste grondwet
De Franse Revolutie was in:
a) 1886
b) 1897
c) 1789
d) 1798
I de bestorming van de Bastille
II de Eed van de Kaatsbaan
III de revolutie van de Franse boeren
IV Frankrijk krijgt zijn eerste grondwet
De juiste historische volgorde is:
a) II-I-III-IV
b) IV-II-III-I
c) I-II-III-IV
d) III-IV-I-II
De Eed van de Kaatsbaan hield in dat:
a) het volk van Parijs een koninklijke gevangenis bestormde
b) de Rechten van de Mens en de Burger werden vastgesteld
c) de burgers besloten zolang verder te vergaderen totdat Frankrijk een grondwet had
d) de Staten Generaal voor het eerst sinds jaren weer bijeen kwamen
In de eerste grondwet van Frankrijk lag de hoogste macht bij:
a) het volk
b) de burgers
c) de koning
d) de priesters
Welk van de volgende is geen grondrecht?
a) het recht op vrije meningsuiting
b) het recht op een behoorlijke woning
c) het recht op vrijheid
d) het recht op eigendom
De meest gevreesde leider van de Franse Revolutie was:
a) Napoleon
b) Rousseau
c) Robespierre
d) Danton
Wat is niet juist?
Tijdens de Terreur:
a) werden alle edelen onthoofd
b) kreeg het volk de macht
c) werd de guillotine veel gebruikt
d) werd Robespierre ook wel de beul van Frankrijk genoemd
Welke van de volgende zaken wilden de Verlichters niet afschaffen?
a) slavernij
b) heksenvervolgingen
c) godsdienst
d) martelingen
Uit de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger blijkt dat:
a) de standen in Frankrijk nog niet waren afgeschaft
b) de genoemde rechten voor iedereen ter wereld moesten gelden
c) de adel en de geestelijkheid niet bij het opstellen ervan waren betrokken
d) de burgers nog steeds op de laatste plaats kwamen
Reactionairen willen:
a) terug naar de situatie van vroeger
b) afschaffing van de bestaande situatie
c) totaal nieuwe omstandigheden
d) handhaving van de bestaande toestand
De belangrijkste groepen in het Franse parlement waren in 1793:
a) radicalen en reactionairen
b) reactionairen en Girondijnen
c) reactionairen en Jacobijnen
d) Girondijnen en Jacobijnen
Het buitenland reageerde:
a) positief op de Franse Revolutie
b) nam de gevluchte adel op maar deed verder niets
c) trok zich niets aan van de revolutie
d) was erg ongerust over de revolutie en probeerde er een eind aan te maken
5 teksten over Napoleon met 6 vragen
TEKST I
Zelf schreef Napoleon niet veel. De pen kon de snelheid van zijn gedachten niet volgen. Hij nam zich zelden de tijd om zijn naam voluit te schrijven.
Gewoonlijk krabbelde hij maar vlug N., Nap., of Napol. neer.
Meestal dicteerde hij, langzaam heen en weer lopend, met zijn handen op zijn rug. Wond hij zich op, dan versnelden zijn loop en woorden en dan brak hij uit in ruwe verwensingen.
TEKST II
In Boulogne werd zijn "Grande Armee" geboren, die het instrument zou worden van Napoleons verbazingwekkende veroveringen. Op 6 augustus werd daar een pompeuze plechtigheid gehouden. Napoleon zat op de stoel van Dagobert(een Frankische koning van 628 tot 638) in een hoge tent, die gesierd werd door de nieuwe Franse adelaars die op 14 juli aan de regimenten waren uitgereikt. Aan zijn voeten stond het schild van Frans I
(koning van Frankrijk van 1515 tot 1547). Uit de helm van Bayard(edelman en beroemd strijder uit de tijd van Frans I) nam Napoleon de kruisen van het Legioen van Eer, die hij als onderscheiding op de borst van een aantal soldaten hechtte.
Het belachelijke van deze plechtigheid was, dat Napoleon zijn roem meende te moeten vergroten met de beroemdste symbolen van het oude Frankrijk.
Van dit ogenblik af was Frankrijk een militaire staat, ontstaan in en gemaakt voor de oorlog, waaraan Napoleon tot in den treure alle krachten van zijn land zou opofferen.
TEKST III
Pas door het legerbericht van 3 december 1812 kwam Europa te weten dat Napoleons veldtocht tegen Rusland op een vreselijke mislukking was uitgelopen. Uiteindelijk zouden van zijn "Grande Armee" van meer dan 500.000 soldaten er slechts tussen de 30.000 en 40.000 mannen uit het barre Rusland in Frankrijk terugkeren.
Het legerbericht dat melding maakte van deze catastrofe eindigde met de cynische verklaring: "De gezondheid van Zijne Majesteit is beter dan ooit".
Tekst IV
Toen Napoleon in 1815 het eilandje Elba, waarheen hij verbannen was na zijn nederlaag in de slag bij Leipzig verliet om terug naar Frankrijk te keren, schreven de Parijse kranten het volgende:
28 februari De menseneter heeft zijn hol verlaten.
7 maart Het monster ligt in Gap.
9 maart De tijger is in Grenoble aangekomen.
16 maart De tiran is door Lyon getrokken
17 maart De usurpator bevindt zich reeds op 60 mijl afstand van de
hoofdstad.
18 maart Bonaparte nadert met rasse schreden Parijs.
19 maart Napoleon zal morgen voor onze muren staan.
20 maart De keizer is in Fontainebleau aangekomen.
21 maart Zijne Majesteit de Keizer heeft vanmorgen zijn intocht in
Parijs gehouden te midden van zijn getrouwe onderdanen.
TEKST V
Er is geen ander figuur in de wereldgeschiedenis, die door tijdgenoten en latere geslachten zo verschillend is beoordeeld als Napoleon. Hij is bewonderd en veroordeeld, aanbeden en vervloekt. Dit is geen wonder, want Napoleon was een veelzijdige persoonlijkheid, die een heel tijdvak heeft beheerst en dooreengewoeld.
Uit deze teksten blijkt over het karakter en de persoon van Napoleon dat hij:
a) een gewetenloze schurk was
b) een briljant generaal en een groot staatsman was
c) rusteloos was en nogal onderhevig aan stemmingen en een tegenstrijdig figuur was
d) alles heeft gedaan alleen om zijn macht te vergroten
Bij Napoleons verbazingwekkende veroveringen(tekst II) hoorden:
a) Nederland, Spanje, België
b) Spanje, Rusland, Engeland
c) het Duitse Rijk, Nederland, Spanje
d) Spanje, een deel van het Duitse Rijk, Rusland
Uit het feit dat in tekst II de 14e juli genoemd wordt blijkt dat:
a) 14 juli toen voor de Fransen ook al en feestdag was
b) het toen 15 jaar geleden was dat de Franse Revolutie uitbrak
c) Napoleon zichzelf graag als een voortbrengsel van de Franse Revolutie zag
d) Napoleon graag grote gebeurtenissen uit het roemruchte Franse verleden bij zijn plechtigheden betrok
Met "het oude Frankrijk" in tekst II wordt bedoeld het Frankrijk:
a) tijdens Frans I
b) van vroeger
c) ten tijde van het Ancien Regime
d) ten tijde van de Franken
De verklaring in tekst III wordt cynisch genoemd omdat:
a) het de Fransen niet interesseerde hoe het met Napoleons gezondheid ging
b) de gezondheidstoestand van Napoleon van ondergeschikt belang was in vergelijking met het drama in Rusland
c) Napoleon toen in werkelijkheid doodziek was
d) de toestand in Rusland best wel mee viel
Uit de veranderende toon van de berichte in tekst IV blijkt dat:
a) men de keizer steeds sympathieker gaat vinden
b) Napoleon Parijs zeer snel nadert
c) men Napoleon vanaf het begin weer graag als keizer wilde
d) de schrijvers steeds banger worden naarmate napoleon dichterbij komt
Napoleon vestigde in 1799 een:
a) absolute monarchie
b) beperkte volkssoevereiniteit
c) militaire dictatuur
d) republiek
Napoleons lastigste vijanden waren:
a) Oostenrijk en Rusland
b) Oostenrijk en Pruisen
c) Engeland en Oostenrijk
d) Rusland en Engeland
Het doel van het Continentale Stelsel was:
a) een handelsblokkade van Engeland
b) beperking van de invoer van Engelse producten in Europa
c) beperking van de uitvoer van Europese producten naar Engeland
d) afschaffing van de invoerrechten binnen Europa
Na Napoleons val kwam er in Frankrijk een:
a) keizerrijk
b) koninkrijk
c) militaire dictatuur
d) republiek
A: Napoleon wilde een einde maken aan de onrust in Frankrijk.
B: Napoleon wilde de idealen van de Franse Revolutie verspreiden over
Europa.
a) Stelling A en stelling B zijn allebei juist
b) Stelling A is juist en stelling B is onjuist
c) Stelling A is onjuist en stelling B is juist
d) Stelling A en stelling B zijn allebei onjuist